top of page
MasOyama.jpg

Sosai Masutatsu Oyama

10th dan

In 1923 wordt Masutatsu Oyama in Korea geboren. Vanaf zijn negende levensjaar beoefende hij Kempo en Taekwondo. Op 15-jarige leeftijd verhuisde Oyama naar Japan vlak voor het uitbreken van  W.O.II. Daar startte hij met het beoefenen van Judo. In 1938 meldde hij zich aan als leerling bij Funakoshi om zich te bekwamen in het karate-do. Oyama was van mening dat bij de beoefening van karate, het effect centraal behoort te staan. Het Shotokan karate ontwikkelde zich steeds meer als een vorm van sport karate. Daar kon Oyama zich niet in vinden. Hij zocht verder en beoefende onder leiding van So Nei Shu Goju Ryu. Vanaf dat moment combineerde Oyama zijn karatetrainingen met Zen meditatie.

In 1947 won Oyama het All Japan karate toernooi. Zijn ervaringen in de Tweede Wereldoorlog tezamen met de “sportificatie” van het karate, maakte dat Oyama zich steeds minder herkende in de stijlen van dat moment. Na het lezen van het boek over de Samoerai Musashi, besloot hij om zich terug te trekken in de bergen en zich te bezinnen. 

 

In die periode van zijn leven ontwikkelt hij zijn eigen karate. 

Hij combineert fysieke training met zen-meditatie, de rechtlijnige technieken van Funkoshi met de ronde technieken uit het Goju-Ryu en hij legt de nadruk op het effect van de technieken. In deze tijd bekwaamde Oyama zich in het breken van natuurlijke materialen en gaat tameshiwari een belangrijke rol spelen in het karate van Oyama. Zo ontstaat een karatestijl waarin alles gericht is op daadwerkelijk effect van technieken in het realistische gevecht zonder de basistechnieken en de kata’s te verwaarlozen. 


In 1953 opent Oyama zijn eerste dojo in Mejiro, Tokio. Uiteindelijk krijgt hier de stijl van Oyama vaste vorm.  Met de opening van de Honbu-dojo in 1964 en de oprichting van de International Karate Organisation Kyokushinkai-kan, wordt een start gemaakt met de missie van Oyama, zijn karate stijl wereldwijd verspreiden. Een stijl gebaseerd op het eeuwenoude samurai-principe: 'osu no seinchin' ofwel  'de geest van volharding' 
 

In 1994 overlijdt Sosai Oyama. Voor zijn overlijden heeft hij Kancho Shokei Matsui aangewezen als zijn opvolger om zijn IKO te leiden.

001.jpg

Shihan Loek Hollander

10th dan

Loek Hollander is erevoorzitter van de Nederlandse Karate Kyokushin Organisatie. Hij is in 1962 begonnen met karate. Hij is een directe leerling van Mas Oyama en behaalde in de zestiger jaren in de HONBU dojo in Tokyo zijn 4 dan. In die tijd heeft hij zich ook bekwaamd in het Iaydo (traditioneel zwaardtrekken) en behaalde onder leiding van Shimizu-Shihan een dangraad in Shindô Ryû Jodô (stokvechten). Hij trainde daarnaast Judo in de Kodokan-Dojo in Tokio.

 

Bij terugkeer in Nederland werd hij voorzitter van de voorloper van onze huidige organisatie de Nederlandse Karate Assosiatie. Mas. Oyama benoemde hem tot President van de Europese Kyokushin Organisatie. Hij promoveerde op 6 Augustus 1977 tot 7e dan en werd tijdens de Wereldkampioenschappen Karate in Tokio, November 1999, door Shokei Matsui (de opvolger van Mas Oyama) tot 8e dan benoemd. Tijdens het 50e zomerkamp op Papendal is Shihan Loek Hollander bevorderd tot tiende dan, de hoogste graad binnen het Kyokushin. Hij is hiermee de hoogst gegradueerde binnen de  KWF.
 

Zijn leiderschap binnen de NKKO en de wijze waarop hij karateles geeft, zijn gebaseerd op kwaliteit. Het begrip OSU staat hierin centraal: geduld, respect en waardering zijn universele  kernwaarden. Dit maakt dat het leraren-corps binnen de NKKO aan strenge kwaliteitseisen voldoet.  Stuk voor stuk Japans gegradueerde leraren en in het bezit van een door het NOC-NSF erkend lerarendiploma. Dit laatste is vereist om leiding te mogen geven aan een dojo die aangesloten is bij de NKKO. 

 

Binnen de Kyokushin traditie gaat het niet om wat je bent, maar wat je betekent voor het Kyokushin karate. Als je investeert in je karate en in je leerlingen, zal er uiteindelijk waardering volgen. Uiterlijke kenmerken zijn van ondergeschikt belang. Het samen beleven van karate en respect hebben voor mensen die meer (levens-)ervaring hebben dan jijzelf, is een belangrijk uitgangspunt binnen de NKKO. 

 

Dit houdt niet in dat er geen ruimte is voor het individu, maar er is altijd een moment dat er nog maar één antwoord overblijft, en dat is:

 

OSU!!

bottom of page